Marokko is intens. Overweldigende natuur, vier compleet verschillende
landschappen in een tijdbestek van vijf uur rijden. Ontzettend veel vuil op
straat en dan weer straten waar je bijna van de grond kan eten. Zoveel te zien
op straat en onderweg. Vrachtwagens afgeladen vol met daarbovenop nog een
lading koeien (of schapen of mensen), lifters, fietsers, ezelkarren, kuddes
geiten. Dorpen in geel, bruin of rood, afhankelijk van de kleur van de aarde
waarop ze zijn gebouwd. Razend drukke wegen in de steden en dan weer de A4 waar
je twee uur lang geen andere weggebruiker tegenkomt.
We beginnen onze rondreis in Chefchaouen, een heel relaxt
stadje in het noorden van Marokko, verscholen in het Rifgebergte. De medina is
grotendeels blauw geverfd. Niemand weet waarom, maar het geeft wel een rustige,
vrolijke uitstraling. De gastheer in ons pension wijst ons de weg naar een
eettentje waar eigenlijk alleen Marokkanen komen. Er wordt hier volop gerookt
en alcohol gedronken, zowel door mannen als vrouwen. We zitten er nog wat
onwennig tussen.
Fez is overweldigend. In de medina met bijna 10.000
straatjes verdwaal je zodra je drie keer de hoek omgaat vanuit je pension.
Vanaf het dakterras horen we tegen zonsondergang over de hele stad de minaretten.
We laten alle indrukken op ons inwerken: het uitgestalde kamelenhoofd bij de
slager, de penetrante lucht van de leerlooierijen, de ontelbare hoeveelheid
katten en kinderen die door de straatjes krioelen, de voetbalwedstrijd Marokko –
Gabon (3-0) die we samen met Ali, onze gastheer, bekijken op het lokale plein.
Alleen maar mannen, aan de koffie of frisdrank, die rustig op het terras
gezeten naar de wedstrijd kijken. Als er wordt gescoord, ontploft de medina
heel even.
We spreken met Ali over zijn dromen (hij wil ooit naar Parijs maar
dit zal waarschijnlijk nooit mogelijk zijn omdat Marokkaanse regelgeving hem
dan verplicht om een groot geldbedrag vast te zetten bij een bank als garantie
dat hij terugkomt), over zijn geloof en over zijn beeld van Nederland (‘Jullie
mogen toch gewoon cocaïne gebruiken in de kroeg? Dat is mij verteld!’). We
proberen wat van elkaar te leren.
Na deze twee steden besluiten we om Marrakesh over te slaan
en in plaats daarvan meer van de Marokkaanse natuur te bekijken. We vinden het
lastig omgaan met de drukte en iedereen die je aanspreekt. Veel mensen proberen
je een dienst te leveren om op die manier een paar dirham te verdienen. “Waar
moet je heen, ik wijs je de weg wel”. Veel kinderen die vriendelijk ‘bonjour’
zeggen maar ook meteen om geld vragen. Wanneer je daar niet op ingaat, volgt er
vaak een onvriendelijke reactie. Maar we ontmoeten ook veel mensen die alleen
maar vriendelijk en behulpzaam proberen te zijn zonder dat daar wat tegenover
hoeft te staan. Een jongen van een jaar of 17 waarschuwt ons om geen hulp te
accepteren van mensen buiten de medina omdat zij alleen maar op geld uit zouden
zijn. Op een gegeven moment weten we niet meer zo goed of we mensen nou wel of
niet moeten aanspreken of wel of niet moeten reageren en we balen van ons eigen
wantrouwende gedrag.
Het rijden door het Atlas-gebergte is een avontuur. De wegen
zijn afwisselend goed en slecht. Regelmatig ontbreekt het asfalt of is de weg
tijdelijk omgelegd vanwege bergwanden die naar beneden zijn gekomen. De
uitzichten zijn telkens spectaculair. De tankstations extreem dun bezaaid….(gelukkig
kan je ook in zijn vrij de berg afrijden en dan kan je best nog 75 kilometer
rijden terwijl de boordcomputer maximaal 52 kilometer aangeeft).
We zien de Toudra-kloof, slapen in een palmoase bij Agdz en dalen
af om de grootste watervallen van Marokko te bekijken, de Cascades d’Ouzoud. ’s
Avonds staat er standaard een heerlijke maaltijd op ons te wachten in een
gastvrij pension met ontzettend vriendelijke en geïnteresseerde gastheren.
Na al dat water van de afgelopen maanden was deze rondreis echt een hele mooie afwisseling. En gelukkig hebben we de foto’s nog!
Benieuwd of jullie alweer varen? Hopelijk een fijne tocht! Tot ergens. Groetjes sy Tijd
BeantwoordenVerwijderen