We hebben een paar heerlijke dagen gehad op de Iles de
Glenan, een archipel voor de kust van Bretagne. Allemaal kleine eilandjes in
glashelder water waar je je anker kunt zien liggen. Witte zandstrandjes. En
zonnig genoeg om ons ervan te overtuigen om nu eindelijk maar eens te gaan
zwemmen. We wanen ons al een beetje in de Carieb.
Voor ons een beetje een afsluiter van de Franse kust. We
doen nog 1 stop in Concarneau waar we de dieseltank volgooien en 3 keer met een
karretje van de supermarkt de hele stad door wandelen om de gas- en
voedselvoorraad aan te vullen. Wat een luxe dat we daar niet mee hoeven te
sjouwen.
En dan is het zover, we gooien los om aan onze eerste
meerdaagse tocht te beginnen. De Golf van Biskaje. Het kan er goed spoken maar
wij denken dat we een rustig weergaatje hebben gevonden. Als het goed is niet
meer dan windkrachtje 3 en misschien nog wel belangrijker, weinig deining die
vanaf de Atlantische Oceaan de Golf van Biskaje in komt rollen waar de diepte
rap terugloopt van 4 km naar zo’n 50 meter.
Onderweg is het genieten maar ook balen van al dat water om
je heen. Het is prachtig om de kleur van het water langzaam te zien veranderen
in een diep staalblauwe kleur. Vol verwachting te turen over de waterlijn of je
ergens dolfijnen of walvissen kunt spotten of te kijken naar de vogels die zich
als ware kamikazes in het water storten om vervolgens weer op te vliegen alsof
hun neus bloedt, soms wel en soms geen visje in hun bek. De verwondering als er
een stuk of 25 dolfijnen bij en met de boot komen spelen, zo dichtbij dat als
je op je buik gaat liggen je ze aanraken kan. Prachtige zonsopkomsten- en
ondergangen en sterrenhemels.
Maar het is ook heel veel uur met z’n tweeen op een kleine
boot die constant in beweging is en waar je niet heel veel meer kan doen dan
zitten, liggen of staan. Een lijf dat moet wennen aan een ritme van 3 uur
slapen en 3 uur waken en zich steeds schrap moet zetten tegen onverwachte
bewegingen van de boot. Discipline om
iedere 3 uur de positie van de boot te noteren in het logboek. Waakzaam zijn op
geluiden die mogelijkerwijs aangeven dat iets niet goed functioneert. Bij een
even aanwakkerende wind je billen samen knijpen en heel hard hopen dat dit niet
betekent dat het weerbericht niet klopt en er toch heel veel wind op komt
zetten.
Zo’n 3 daagse tocht is eigenlijk net te kort om echt lekker
in je ritme te komen. Ik ben duidelijk geen geboren zeezeiler die zich nergens
zo gelukkig voelt als midden op zee en af en toe betrap ik mezelf er op dat ik
me afvraag hoe iemand dit meer dan 20 dagen vol kan houden. Maar dan halverwege
de 3e dag, misschien opgewekt door het vooruitzicht dat we nog maar
1 nacht te gaan hebben, komt er een omslagpunt en neemt de moeheid af. En
wanneer ik mijn laatste nachtdienst in ga en de kuip in stap, zie ik aan de
horizon al een grote roze lichtkoepel en een vuurtoren die zijn lichtbundel
rondstuurt. Spanje is in zicht!!
Plaatje 'geleend' van internet |
Na aankomst dompelen we ons onder in het Spaanse leven in
Gijon. We moeten onze net in Bretagne aangeleerde cider gewoontes aanpassen
want hier in Asturië gaat dat weer helemaal anders! Het is heerlijk, helder en
valt kletterend in je glas. Je meldt je in een lokale sidreria en probeert daar
door middel van een opgeheven hand en een duim naar beneden duidelijk te maken
dat je cider wil. De barman opent dan een fles voor je, houdt deze verticaal
boven zijn hoofd en schenkt een klein bodempje in een glas dat hij ergens ter
hoogte van zijn knieen houdt. En tegelijkertijd kijkt hij heel stoer en
nadrukkelijk niet naar hoe hij inschenkt. Vervolgens is het de bedoeling om de
cider in een teug op te drinken om de frisse en mousserende smaak niet te
verliezen. En dit ritueel herhaalt zich totdat de fles leeg is. Het schijnt dat
de gemiddelde Asturiaan een fles per dag drinkt en overal op straat zien we
mensen ook zelf zo hun cider inschenken. Wij besluiten alvast om na onze reis
een sidreria te gaan openen in Amsterdam. Alleen nog even oefenen met
inschenken.
In vergelijking met Frankrijk, leeft Spanje veel meer. We
verstaan er geen woord van maar genieten toch van de conversaties die er worden
gevoerd waarbij veel handgebaren aan te pas komen. ’s Avonds loopt de hele stad
in zijn beste goed een beetje te flaneren alvorens aan tafel te gaan. Overal
zijn kleine winkeltjes die groente, fruit en brood verkopen en die tot laat
open zijn. Er wordt volop gesport en genoten. Wij hebben zin om Spanje te gaan
verkennen. Maar nu eerst: dos cidras por favor!