“Ja, kijk daar, een vrachtschip!” Zelden hebben we met
zoveel plezier zitten staren naar één van de zeereuzen die honderden containers
vervoeren. We zwaaien enthousiast. Geen idee of dat wordt opgemerkt, laat staan
of er wordt terug gezwaaid. Na bijna 13 dagen één van de eerste tekenen of
menselijke aanwezigheid. Langzaam wordt onze oceaanbubbel doorgeprikt.
Na bijna 2 weken op zee zijn we toe aan de aankomst. De 1
verlangt wanhopig naar een douche, de ander naar een goede wandeling of andere
mogelijkheid tot lichamelijke activiteit, weer een ander heeft zin in een goed
stuk vlees of aan een goede opruimbeurt aan boord. Waar we allemaal naar
verlangen is een boot die niet 24 uur per dag als een dobber op en neer
beweegt.
Op 2 januari varen we weg uit Mindelo en worden onze
additionele crewmembers ruw in het diepe gegooid. Flinke golven met dito wind.
De eerste 48 uur zijn echt afzien. Ze vragen zich regelmatig af: waar ben ik
aan begonnen en hoe ga ik dit in hemelsnaam 2 weken volhouden??!!
Alles aan boord, bemanning inclusief, wordt ruw heen en weer
geschud. Toch proberen we een soort ritme en routine aan boord te vinden.
Julien bakt brood voor de lunch, Vincent is chef vislijn, Casper doet 1001
dingen en Floor houdt zich bezig met weer en blog. Tussendoor probeert iedereen
zoveel mogelijk slaap te pakken.
In de eerste 48 uur trekken we vis naar binnen. Eerst een
mahimahi en daarna een kanjer waarvan we nog steeds niet weten wat het is. Wie
het weet mag het zeggen? Daarna worden al onze lures afgebeten. Hoewel we geen
niet-vliegende vis meer zien, moeten ze er dus wel zitten. We zien een groepje
grinden (kleine zwarte walvissen) bij de boot en later nog een paar keer
dolfijnen.
Iedere avond om 19u30 UTC hebben we radionetje maar hoe
verder we geraken hoe lastiger het is om de anderen te ontvangen. Onze bubbel
wordt steeds kleiner en steviger.
Dagen vullen zich met klusjes – de boot houdt er geen
rekening mee dat klussen nu even heel oncomfortabel is en tijdens een
oceaanoversteek gaan er dus ook dingen stuk. Er komt zout water binnen in de
achterhut… Het valt mee, dit wordt veroorzaakt door de emmers zout water die we
over ons heen gooien bij wijze van douche. Via de bakskist sijpelt dit door in
de achterhut. Dan staat er water in motorruimte. Dit probleem wordt ook
opgelost. Het water dat af en toe de kuip in komt, vindt zijn weg naar beneden
via de noodroerinrichting. Wordt ook afgedicht. Dan doet de SSB radio het niet
meer lekker – we kunnen wel ontvangen maar niet zenden. Het blijkt dat de
aansluiting van de tuner is gecorrodeerd. Draadjes opkalefateren en we zijn
weer in de lucht.
’s Nachts of ’s middags liggend in je bed merk je dat zo’n
trip op zee wat met je doet. Droomloos slapen doet bijna niemand meer en
wanneer je wakker ligt is er alle rust en ruimte om na te denken over wat de
toekomst eventueel kan brengen. Geen dagelijkse rompslomp als boodschappen om
je mee bezig te houden.
We kijken urenlang naar de verschillende kleuren van de
oceaan en de snelheid waarmee de golven zich op- en afbouwen, naar de
wolkenpartijen in de lucht, naar de sterrenhemel wanneer die zich laat zien,
naar de kleine vogeltjes die als zwaluwtjes over het wateroppervlak scheren,
naar de zwermen vliegende vissen die uit het water opstijgen, de een meer
succesvol en gracieus dan de ander.
Na 13 en een half etmaal zijn we echt blij wanneer we het
anker kunnen laten vallen bij Iles du Salut in Frans Guyana. 48 uur bijkomen
voordat we ons aan het laatste stuk van de oversteek wagen, nog 200 mijl tot
aan Domburg, Suriname. Even de benen strekken, aapjes kijken, zwemmen, een
biertje drinken en een nacht onafgebroken slapen.
Het laatste stuk naar Suriname is als varen op het
IJsselmeer. Geen golven, groenbruin water, 4 meter diep. En de motor aan…geen
zuchtje wind meer te bekennen voor een groot deel van de tocht. Tegen de
ochtend komen we aan bij de monding van de Surinamerivier. We kijken onze ogen
uit naar de vissersbootjes, de kleurige huizen op de kant en de rode en groene
boeien. Het is ondiep hier dus het is goed uitkijken dat je binnen de vaargeul
blijft. ’s Middags tegen borreltijd zijn we er! We zien de groep zeilers die
ons zijn voorgegaan al liggen in de verte, geankerd bij Domburg. Het is leuk om
boten terug te zien waarvan we dachten dat we die niet meer tegen zouden komen
en om boten te ontmoeten die we tot nog toe alleen maar van verhalen kenden.
Het havenresort bij Domburg is een waar paradijsje om bij te
komen. Vlak water. ’s Ochtends in de kuip bij een opkomend zonnetje luisteren
we naar de brulapen aan de ene kant van de oever en de hanen en andere vogels
op de andere oever. In de bar op de kant vertellen we sterke verhalen over onze
overtocht aan de overige zeilers. Eindelijk weer eens langer onder een (koude)
douche! Hier willen we wel even ons kamp opslaan voor een tijdje en bedenken
hoe we de komende paar maanden tot aan het orkaanseizoen willen inrichten.
|
Laatste boodschappen doen
|
|
Klaar voor vertrek! |
|
Zeilen op standje oceaan oversteken |
|
Pret op het voordek |
|
Ter voorkoming van scheurbuik |
|
Wat hebben we nou gevangen??? |
|
Afzien tijdens de nachtdienst |
|
Klussen gaat altijd door. Ook midden op de oceaan. |
|
Iedere dag vers gebakken brood |
|
Heel even niets |
|
Iles du Salut |
|
Eindelijk weer de benen strekken |
|
Magisch doorkijkje |
|
Aapjes kijken |
|
Iles du Salut - een prachtige landingsplek |
|
Waterkant in Domburg, Suriname - de beloning! |