Ken je dat? Dat je 's ochtends wakker wordt en je ogen open doet zonder enige vrees of de zon wel zal schijnen vandaag? Of dat je uit het raam kijkt en nog net even een schildpad zijn koppie boven het water uit ziet steken? Of dat er iemand langs de deur komt om te vragen of je misschien een vers gevangen kreeft wil die hij dan 's avonds alvast gekookt bij je langs komt brengen?
Wij dus ook niet. Tot we Grenada verlieten en aankwamen in de Grenadines...
Lekker leven is de leus hier en vooral niet in een hoog tempo. Dus dat schrijven voor het blog verdween steeds meer naar de achtergrond. Oké, eens een fotootje op Instagram of Facebook, maar poeh poeh, dat is toch al weer een hele inspanning. Na er door 3 personen vriendelijk op gewezen te zijn dat het toch wel wat stil is op het blog, hier dan de belevenissen van Summerwind in het paradijs!
Met een tussenstop op Ronde Island omdat we echt niet meer in staat bleken om langer dan 3 uurtjes tegen stroom en wind op te boksen, belanden we na Grenada eerst op Carriacou. Officieel nog geen onderdeel van de Grenadines want het valt onder Grenada maar een kniesoor die daar op let. Dagen rijgen zich aaneen waarin we ons blijven verbazen over de kleur van het water als we daar met onze (nieuwe!!) bijboot doorheen planeren. Regelmatig even in je arm knijpen om te zien of je niet droomt. We doen een vergelijkend Pina Colada onderzoekje om te zien welk tentje de beste serveert. We doen een poging om naar het hoofddorp Hillsborough te wandelen maar zijn ontzettend opgelucht wanneer we opgepikt worden door de roti-bus. Dit is één van de reguliere taxibusjes die over het eiland rijden, alleen deze taxi-chauffeuse heeft ook nog een side-business - ze verkoopt haar zelfgemaakt roti's met conch (lambi), kip of vis. We zijn de enige passagiers en ze heeft een hoop vaste klanten op het eiland waar overal even getoeterd en gehandeld moet worden. De passagier is ook het knechtje van de chauffeuse en moet dus de onderhandelingen voeren en de koopwaar (en de inkomsten) afgeven..
Na Carriacou varen we in een uurtje of wat naar Union Island. De hoofdstad Clifton ligt spectaculair achter een rif en bij het binnenvaren worden we door de lokale verkopers in bootjes om de oren geslagen met aanbiedingen voor bananencake (10 euro!), verse vis, groente en fruit en ijs. Eerst maar eens een ankerplekje vinden voor Happy Island en ons melden bij de lokale autoriteiten. Het stadje zelf is kleurig en er is voor lokale begrippen veel te koop. We slaan er wat proviand in maar vertrekken de volgende ochtend vroeg toch naar de andere kant van het eiland. Zoveel reuring zijn we niet meer gewend!
In Chatham Bay dreigen we definitief ons kamp op te slaan. Je ligt er heerlijk rustig (op wat valwinden na), de schildpadden koetelen wat om de boot en het lukt ons zelfs om voor het eerst een stukje met ze mee te zwemmen, en de cocktailtjes op het strand zijn opperbest. De weerkaarten geven alleen maar harde noordoosten wind, dus waarom zouden we verder varen? We kopen eens een visje of een kreeftje, we bakken zo nu en dan een brood en vinden nog een flesje wijn onder de luiken. Het leven is goed op Union Island.
Maar uiteindelijk lukt het ons toch om ons anker weer op te trekken en verder te varen naar Mayreau, een piepklein eilandje en de laatste stop voor we de Tobago Keys zullen aandoen, het ware onderwaterparadijs. Op Mayreau doen we iedere dag een 'kuitenbijtertje' (volgens mij is het een 'billenliftertje') - de dagelijkse tocht naar de enige winkel die het dorp rijk is en die ongelukkigerwijs bovenaan een hele steile heuvel ligt. In de baai oefenen we onze onderhandelingsskills en scoren een mooie covali (een soort makreel) van Papasan de visser in ruil voor 5 ltr benzine. Casper vaart tweemaal per dag in de bijboot de oceaan op om te proberen om zelf ook zo'n vis te vangen (Papasan heeft hem de nodige tips gegeven), maar komt met lege handen (en soms een volle bijboot wanneer er een golf in is geslagen) weer terug. Maar weer een vegetarisch maal vanavond. We BBQ-en op het strand met de bemanning van de Mi Dushi en vieren moederdag met de dames van het local community center die een seafood buffet hebben georganiseerd.
En daarna is het op naar de Tobago Keys. Blauw in heel veel soorten. Ankeren achter een groot rif waar je de oceaan op uiteen ziet breken. Onder water struikel je over de schildpadden die zich niets aantrekken van die blije toeristen die 'Oh' en 'Ah' en 'Jeetje' zeggen en zich verbazen over het oeruiterlijk van deze dieren. Af en toe moeten ze naar boven om lucht te happen en dan kijken ze je aan zo van: "ga jij aan de kant of doe ik het?". Meestal zijn zij het niet. 't Zijn eigenlijk net grazende koeien maar toch vervelen ze nooit. Bij een ander eilandje zit een mooi rif en Henk en Angela (Midas en Midassa Dekker) van de Mi Dushi maken ons wegwijs in de flora en fauna van de onderwaterwereld. We begrepen de fanatieke speurtocht naar de Flying Gunard niet zo, tot we er één zijn vleugels zagen openen.
|
Die hebben we zelf natuurlijk niet zo mooi gefotografeerd.. |
En nu liggen we op Bequia (Bekwee), onze laatste stop op de Grenadines. Het is hier een komen en gaan van bootjes die langszij komen in de hoop je was te mogen doen, je croissants te verkopen of diesel of ijs aan de man te brengen. Wij doen overal aan mee want na 2 maanden kunnen onze lakens en handdoeken wel weer iets anders dan een handwasbeurt gebruiken, hebben we sinds Frankrijk geen croissant meer gegeten en ijs is welkom om onze pina colada's weer zelf te kunnen maken. We blijven hier nog een week of wat en zetten dan onze 4 daagse tocht naar Bonaire in. Daar gaan we waarschijnlijk een maand of 6 blijven om het orkaanseizoen uit te zitten, het nodige gezellige familie- en vriendenbezoek te ontvangen, we willen daar gaan duiken en misschien ook wel Spaans leren voor onze verdere tocht. Hoe die er uit gaat zien dat weten we nog niet. De Stille Oceaan roept niet meer zo hard als dat 'ie voor ons vertrek uit Nederland deed en we denken er over om in 2019 eerst maar eens richting Jamaica en Cuba te gaan. Eerst wordt het Bon Bini Bonaire!
|
Tropische doorkijkjes |
|
Nationale drank, en errug sterk...84,5% |
|
Ankerbaai van Clifton met linksboven Happy Island |
|
Conch/lambi - ook lekker in de roti! |
|
Chatham Bay...zullen we nog een nachtje blijven? |
|
Een pina colada a day keeps the doctor away |
|
En iedere dag een mooie zonsondergang |
|
what the doctor orders... |
|
Hij heeft het nog naar zijn zin hoor! |